‘Me too’ in de slagerij.
Door Heleen Menger.
Debby, een medewerkster in een slagerij, nam telefonisch contact met mij op. We spraken een tijd
af waarop we rustig met elkaar konden bellen. Debby vertelde dat ze zich ziek had gemeld omdat
de situatie op het werk onhoudbaar was geworden. Wat was er aan de hand?
Schuine grappen
De slager, in de slagerij waar Debby al enkele jaren werkt, is van het soort dat voortdurend seksistische
grapjes maakt. Daar was Debby al niet zo van gediend, maar het is lastig om zo’n sfeer te doorbreken.
Medewerkers lachen om de grapjes omdat ze de baas een goed gevoel willen geven
en omdat je ‘erbij hoort’ als je vrolijk meelacht. De baas denkt vervolgens dat hij succes heeft met
zijn ongein en gooit er nog een schepje bovenop. Zo gaat het van kwaad tot erger.
Versierpogingen
Deze slager liet het niet bij grappen, hij deed daarnaast pogingen om zijn personeel te versieren.
Ook Debby kwam daarbij aan de beurt. In het begin probeerde ze de slager nog met een gevatte
opmerking op zijn plek te zetten, maar zijn avances werden steeds dwingender, waardoor ze hem
op een gegeven moment in heldere taal afwees.
Straf
De afgewezen slager besloot daarop om Debby te negeren, te pesten en als pispaal weg te zet-
ten. Dit viel ook collega’s op en Debby nam meerdere keren het initiatief om hier met de slager
één op één een gesprek over te voeren. Dit had vaak korte tijd een positief effect, maar al snel
verviel hij weer in zijn oude gedrag, terwijl hij ondertussen zijn versierpogingen losliet op een
nieuwe jonge winkelhulp. Toen Debby fysieke klachten kreeg waardoor lang staan pijnlijk was, toonde hij
daarvoor geen enkel begrip. Hij is zelf een enorme bikkel, met een moordend werktempo en verwacht dat
ook van zijn personeel. Zijn gebrek aan meelevendheid heeft volgens Debby te maken met eigenbelang:
‘als ik teveel begrip toon meldt ze zich straks ziek..’ .
Vertrouwenspersoon
Debby hield het in deze sfeer niet meer vol, meldde zich ziek en vond in het slagersvakblad mijn
telefoonnummer. Als vertrouwenspersoon sta ik naast Debby en luister ik goed naar haar hele
verhaal. Samen bekijken we alle mogelijkheden die er zijn om dit probleem aan te pakken. De
keuzes gaan van heel eenvoudig (‘niets doen’) naar heel groot (‘de media erbij halen’). Daar zit
veel tussenin: gesprekken voeren met iemand erbij, naar de vakbond, een mediator inschakelen
etc. Ik bespreek met haar ook alle voor- en nadelen van de keuzes die Debby zou willen maken,
zonder dat ik een advies geef. Veel voor Debby om over na te denken. Het heeft haar opgelucht
om haar verhaal met mij te kunnen delen.
Steun van collega’s
Na een paar weken spreek ik Debby weer. Ze heeft inmiddels een telefoontje gekregen van een
bezorgde collega en anderen zijn bij haar langsgekomen. Dat heeft haar enorm goed gedaan. Ze
vindt zichzelf een flink persoon en is in haar hele werkende leven vrijwel nooit ziek geweest. De
collega’s begrepen goed waarom Debby zo geraakt was door alles wat was gebeurd. Deze steun
van collega’s is in dit soort situaties heel belangrijk. Het helpt als iemand niet afgaat op een kant
van het verhaal (dat van de slager op het werk) maar ook luistert naar de collega. Samen kun je
het verschil maken.
Oplossingen
Het is moeilijk om een goede oplossing te vinden. Debby heeft er weinig vertrouwen in dat
gesprekken, mediation, een klacht of coaching via KNS blijvend voor verandering in het gedrag van
de slager zullen zorgen. Hij blijft wie hij is en is uiteindelijk de baas. Ze kan natuurlijk haar baan
opzeggen, (anderen hebben dat eerder ook gedaan) maar dat is maar een gedeeltelijke oplossing
want het ongewenste gedrag van de slager naar (nieuwe) collega’s gaat dan gewoon door en
bovendien heeft ze dan een nieuw probleem doordat ze haar inkomen kwijt is.
Debby vindt het belangrijk om wat te doen aan dit onrecht. Als vertrouwenspersoon kom ik meestal met
‘de melder’ tot de conclusie dat je meer bereikt met het behalen van een persoonlijk doel, dan met keiharde
oorlogsvoering.
Aandacht
Naar aanleiding van de wens van Debby om iets te doen aan dit probleem, dat ongetwijfeld in
meer slagerijen speelt, kwam het idee naar voren om in het vakblad SlagersLeven aandacht te
besteden aan dit onderwerp. Vandaar deze column. Ongewenst gedrag hoef je niet te accepteren!
Praat erover en probeer met elkaar de sfeer op de werkvloer te verbeteren. Sta ook als slager
open voor dit soort gesprekken. En als dit niet lukt of niet naar wens verloopt dan kun je de
vertrouwenspersoon bellen. Die neemt het probleem niet van je over, maar denkt met jou mee over
wat jij wilt doen.
Om te privacy te bewaken is de naam Debby verzonnen.